Webmagazine
Master Journalistiek VUB
2014-2015

Breaking News

vrijdag 27 februari 2015

Twee kampen, vier leiders, één machtsstrijd

Longread analyse: De ware machtsstrijd achter de ECB doorgelicht

Hoewel afgelopen dinsdag het licht voor een verlenging van het noordkrediet voor Griekenland op groen gezet werd, legde de discussie alweer het onderhuids gerommel binnen de Europese Centrale Bank (ECB) bloot. In de ene hoek bevindt zich een Duits blok dat zich tegen Zuid-Europese steun afzet, en in de andere hoek een geheel van landen die een financieel geünificeerd Europa voor ogen hebben.

De protagonisten binnen deze twee kampen profileerden zich pas afgelopen januari. Het was toen dat de ECB besliste over het doorvoeren van een kwantitatieve versoepeling, het vergroten van de geldvoorraad door de aankoop van staatsobligaties. De groep der sceptici, geleid door de Duitser Jens Weidmann en de Fransman Christian Noyer, deed er alles aan om de Europese vraag naar financiële hulp af te blokken. Volgens hen dient een staat financieel onafhankelijk te zijn van een Europese centrale bank. Naast Duitsland en Frankrijk maken ook Nederland, Finland, Letland, Litouwen, Estland, Slovenië, Luxemburg en Oostenrijk deel uit van dit blok.

Hiermee kwamen ze in aanvaring met het bondgenootschap rond ECB-voorzitter Mario Draghi. Deze coalitie, die zich de weg laat wijzen door de hoofdeconoom van de ECB Peter Praet, eist een sterkere steun voor financieel noodlijdende landen. Hierbij hoort de rest van de centrale banken binnen de ECB, waaronder ook Luc Coene van de Belgische Centrale Bank.

Aangezien de ECB de macht heeft om de geldkraan voor de Griekse banken op termijn dicht te draaien, wordt dit dispuut breed uitgesmeerd in de internationale media. Maar hierbij worden dikwijls de aanvoerders van beide kampen over het hoofd gezien. Welke rol spelen Weidmann, Noyer, Praet en Draghi in dit illustere spelletje? En hebben deze leidersfiguren werkelijk zoveel macht? De Centrale analyseert aan de hand van de obligatie- en grexitdiscussie.

De groep der sceptici
Jens Weidmann: een neoliberale superheld
Toen Weidmann in 2011 aan het hoofd kwam te staan van de Bundesbank, de centrale bank van Duitsland, liet hij weten dat ‘de massale aankoop van Europese staatsobligaties een problematische fout zou betekenen’. In een ander interview met de Duitse krant Stuttgarter Zeitung bleek ook dat hij Zuid-Europese landen niet meteen een warm hart toedraagt. Integendeel zelf. Weidmann ziet zichzelf als de zelfverklaarde bewaarder van een Europese staatskist. En daarvan mogen die krasselende Zuid-Europese landen niet zomaar straffeloos gebruikmaken.

‘Weidmann ziet zichzelf als
de zelfverklaarde bewaarder 
van een Europese staatskist.’
Als hoofd van de centrale bank van de grootste economie in Europa heeft Weidmann een enorme invloed op de financiële beslissingen binnen de Europese Unie. Het was onder meer door zijn impuls dat de ECB zo lang wachtte met het massaal aankopen van Europese staatsobligaties. Volgens Weidmann dient een staat autonoom in te staan voor zijn eigen economie. ‘Als we in Duitsland voor onze eigen fiscale en economische problemen moeten instaan, dan moet een ander land dat ook maar doen. Een land moet zich aan de beloftes houden gemaakt bij de toetreding tot de Europese Unie’, aldus Weidmann.

Maar vorige maand, toen ook Weidmann niet meer in staat was deze maatregel tegen te houden, stond hij aan het roer van een klein groepje binnen de ECB-top die de acties nogbetrekkelijk conservatief hielden. En nu staat dit blok ook helemaal niet weigerachtig tegenover de mogelijke Griekse uittreding uit de eurozone, een grexit: Onder het motto ‘als het moet, moet het’ leggen ze, ook na de verlenging van het Griekse hulpprogramma, nog steeds een bom onder de eurozone.

Christian Noyer: de kameleon
Een kameleon. Zo kan Christian Noyer het best bestempeld worden. Van 1998 tot 2002 was Noyer vicevoorzitter van de ECB. Als econoom bevond hij zich toentertijd aan de rechterkant van het politieke spectrum. Vreemd genoeg veranderde hij onlangs het geweer van schouder en stond hij niet meteen weigerachtig tegenover een vergroting van de geldvoorraad via de aankoop van staatsobligaties.

Waarom? Als gouverneur van Banque de France, de centrale bank van Frankrijk, doet Noyer alles in zijn machtsbereik om Frankrijk uit de ellende te houden. De benarde financiële positie waar Frankrijk zich vandaag de dag in bevindt maakt zijn job er niet eenvoudiger op.

Noyer profileert zich, in tegenstelling tot driftkikker Weidmann, zelden in de internationale media. De verdediging is de beste aanval. Hoewel hij zich in 2013 tegenover de economische nieuwsproducent Bloomberg nogal kritisch uitliet over dalende rentetarieven (‘Europa heeft deze maatregelen helemaal niet nodig.’), klonk hij onlangs eerder positief over de kwantitatieve geldverruiming. Met een Frankrijk dat de economische afgrond met rasse schreden ziet naderen en naarstig op zoek is naar bondgenoten is dat geen slechte keuze. Toch lijkt Weidmann nog steeds Noyer in zijn macht te hebben. De beweegreden daarvoor is tragisch eenvoudig: het is nu eenmaal handiger een land als Duitsland te vriend te hebben, dan een zwalpende Zuid-Europese staat.

De groep rond ECB-voorzitter Draghi
Peter Praet: ridder op het witte paard
‘Als onze doelstellingen in gevaar komen moeten we, als Europese Centrale Bank, er alles aan doen om die doelstellingen toch uit te voeren. Als dat moet gebeuren via kwantitatieve versoepeling, dan is dat wel degelijk de juiste oplossing’, profeteerde Peter Praet eind 2013 in het Amerikaanse dagblad The Wall Street Journal. Het werd toen pijnlijk duidelijk dat er dringend moest ingegrepen worden. De eurokoers bleef dag na dag zakken, de inflatie binnen de eurozone was in een jaar tijd van om en bij de 2% tot onder de 1% gezonken en een zware deflatie loerde om de hoek. Dit kon zo niet langer doorgaan, dacht de hoofdeconoom van de ECB.

‘Als zo iemand er alles
wil aan doen om een 
collectieve oplossing
te vinden,
dan komt die er ook.’
Praet vuurde hiermee een signaalschot af waar veel ECB-kopstukken van gingen huiveren. Het idee van obligaties aankopen werd toen al een tijdje geblokkeerd door Duitsland binnen de ECB, maar Praet zette deels het domino-effect in gang. Door zijn behoorlijk grote invloed -Praet is sinds 2011 ook een van de directeurs van de ECB- kon hij zich laten omringen door gelijkgestemde zielen. Onder meer Mario Draghi. Samen werden ze voortrekkers van een groepje die het belang van een verenigde eurozone voorop stelde.

Voormalig directeur van de Nationale Bank van België (NBB), directeur van de ECB waarvan hij ook nog eens hoofdeconoom is. Peter Praet is een gigant binnen de Europese bankenwereld. Als zo iemand er alles wil aandoen om een collectieve oplossing te vinden, dan komt die er ook.

Zo weigert Praet ook te spreken over eventuele exits. Eind vorig jaar verklaarde hij in de Duitse beurskrant Börsen-Zeitung dat een grexit of het uit de EU treden van Groot-Britannië genaamd een brexit, helemaal niet aan de orde zijn. ‘Er zullen nog meer staten aansluiten bij de eurozone. Het komt dan ook helemaal niet bij mij op dat een van de huidige landen zich zou losrukken.’ Laat dat nu net de reden zijn waarom Praet ijverde voor een nieuwe impuls in de Griekse banken.

Mario Draghi: meer dan zomaar een leider
Draghi kwam voor het eerst op het Europese bankentoneel als gouverneur van Banca d’Italia, de Italiaanse centrale bank. Sinds 2011 staat hij aan het hoofd van de ECB. Als Zuid-Europeaan is het logisch dat hij achter een intensief beleid staat, al probeert hij sinds vier jaar de kerk in het midden te houden.

En dat is niet altijd makkelijk. Draghi mag misschien wel de machtigste persoon binnen de ECB zijn, ook hij kon de laatste jaren zijn medebankiers maar moeilijk overtuigen om structurele hervormingen toe te passen. Laat staan maatregelen te nemen tegen de steeds maar dalende inflatie. In zijn bestuursperiode besteedde hij vooral aandacht aan verschillende herfinancieringsoperaties, en dan vooral op lange termijn. Dit om de langetermijnrentes in de Zuid-Europese landen, zoals Spanje en Italië, naar beneden te krijgen. Zo poogde de ECB financiële onrust in Europa te bedwingen.

Daarbij was het ook een geschikte strategie om bondgenoten te vinden. Zonder een paar medestanders zou een verlenging van de Griekse steun er nooit doorgekomen zijn. Draghi maakte zich hiermee de onbetwistbare leider van het groepje die de eurozone ten koste van alles wil bijeenhouden.

‘We moeten er voor opletten dat deze lage inflatie de economie niet zodanig aantast dat de huidige situatie uitzichtloos wordt’, klonk het bij Draghi op een bankconferentie afgelopen november. Twee maanden later kwam de kwantitatieve versoepeling er. Draghi deed er afgelopen week dan ook alles aan om verdere steun voor de Grieken over de streep te trekken. Met succes: een paar dagen nadien steunden ook de EU en het IMF het financiële hulpprogramma.

@Aronbe1

0 reacties:

Een reactie posten